Een moment…

Al 13 kortebaandraverijen op Inventaris Immaterieel Erfgoed

De jaarlijkse harddraverijen in de straten van diverse Noord en Zuid-Hollandse plaatsen zijn een unieke traditie in de wereld. Bij deze zgn. kortebaandraverijen sturen pikeurs op sulky’s hun paarden over een recht sprintparcours van 300 meter. Dinsdag zijn negen van deze draverijen, die steevast duizenden bezoekers trekken en veelal ook de functie hebben van een grote reünie, bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Het gaat om de harddraverijen van Assendelft, Heemskerk, Hillegom, IJmuiden, Lisse, Nootdorp, Santpoort, Venhuizen en Warmond. 

Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) deed de voordracht vorig jaar al, maar de bijschrijving kon door de coronacrisis niet eerder plaatsvinden. Meer dan de helft van de kortebaandraverijen is nu onderdeel van de inventaris: eerder werden de draverijen van Stompwijk, Medemblik, Voorschoten en Hoofddorp al opgenomen. De Inventaris bevat een scala aan immaterieel erfgoed waarvoor een erfgoedzorgplan is geschreven om het voor de toekomst te behouden. Dit plan is vervolgens getoetst door een onafhankelijke commissie, die vooral kijkt naar hoe actief de erfgoedgemeenschap is in het doorgeven van het erfgoed, in dit geval van de kortebaandraverij. In het erfgoedzorgplan laten de harddraverijverenigingen en -stichtingen zien hoe ze het evenement in stand houden, de jeugd erbij betrekken en overdragen aan volgende generaties.

UNESCO Conventie
De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland vindt zijn oorsprong in de UNESCO Conventie inzake Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Dit is een internationaal cultureel verdrag dat Nederland in 2012 heeft ondertekend, met als doel immaterieel erfgoed levensvatbaar te houden voor de toekomst, gedragen door de lokale gemeenschap. 

Bij een kortebaandraverij draven de paarden twee aan twee over een recht stuk, met zand bedekte, weg. Het is een afvalrace: de winnaars van de ritten gaan telkens door naar de volgende omloop, tot er uiteindelijk een finale tussen twee paarden wordt verreden. Het paard dat die finale wint, heeft de kortebaandraverij gewonnen. De draverijen zijn uitgegroeid tot een professionele sport, waarbij wordt gestreden om aanzienlijke geldprijzen. Vaak zijn er ook, net als in het verleden, mooie ereprijzen te winnen. De kortebaandraverij kent een lange historie die al terug gaat tot het midden van de 16e eeuw.  De koersen vinden plaats in de periode van mei tot begin oktober.

Op de foto geeft Frans Jansen, secretaris Kortebaanbond, uitleg over de bijschrijving van de verschillende kortebanen. Directeur Marco van Baalen van Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) kijkt links toe.(Foto Eric Budde)