Starten met 24 paarden
De Kortebaanbond heeft tijdens de jaarvergadering van 13 december jl. haar leden voorgesteld met ingang van het kortebaanseizoen 2017 weer met maximaal 24 paarden te starten. Twee jaar experimenteren met maximaal 28 paarden aan de start leidde tot de conclusie dat het maar een klein aantal kortebanen lukte om 28 deelnemers te werven. Waar het wel lukte bleek het in veel gevallen het wedstrijdverloop met 20% te verlengen van gemiddeld 4 uur 16 min tot 5 uur 06 min, waardoor –zeker bij verlate start wegens een run op de totalisator– de finale pas erg laat kon worden verreden. De omzetcijfers tonen bovendien aan dat meer paarden aan de start geen significante stijging van de totalisatorinzet tot gevolg heeft. Met 28 paarden starten leidt dus wel tot hogere kosten, maar niet tot hogere inkomsten (tenzij men daar een gericht sponsorbeleid op loslaat).
In 2016 werden 19 kortebaandraverijen uitgeschreven voor 28 paarden. Daarvan kregen er maar 9 het gewenste aantal aan de start, vaak nog na de nodige inspanningen (bij-bellen). Maar liefst 9 kortebanen moesten het zelfs met minder dan 24 paarden doen. Met het teruglopende aantal kortebaanpaarden vindt de bond het een solidariteitszaak om elkaar het gras niet voor de voeten weg te maaien. Enkele kortebanen die doorgaans veel uitlotingen hebben en, zonder andere kortebanen te schaden, ruimschoots 28 paarden verwachten te ontvangen kunnen wat de bond betreft dispensatie aanvragen bij de NDR om tóch met 28 paarden te mogen starten.
Een voorstel daartoe van de Kortebaanbond ligt inmiddels bij het bestuur van de NDR.